Het archief van Galerie Drieghe, een perifeer brandpunt

“Een perifeer brandpunt”, zo typeert onderzoeker en docent Tom Van Imschoot (LUCA, Gent) galerie Drieghe (1958 – 1985) in Wetteren. Vele kunstenaars uit heel Vlaanderen zouden er tentoonstellen. Wybrand Ganzevoort, Paul De Vree, Camiel Van Breedam en Guy Vandenbranden vonden vanuit Antwerpen de weg naar de eigenzinnige Oost-Vlaamse galerij. Uit het nabijgelegen Gent ontvangt de galerij onder meer Jan Burssens, en kunstenaars van de Plus-Groep zoals Yves De Smet en Willy Plompen. Vanuit de hoofdstad trekt bijvoorbeeld Jules Lismonde naar het Felix Beernaertsplein in Wetteren. Raoul De Keyser had er in 1965 zijn eerste solotentoonstelling, René Heyvaert opent er in 1985 zijn laatste. De artistieke diversiteit is opvallend. Dan Van Severen, Roger Raveel, Octave Landuyt, Raphaël Buedts, Luc Peire, Leo Copers, Rik Slabbinck en Jos De Maegd zijn slechts enkele van de kunstenaars die er werk tonen. Een bewuste aandacht voor zowel topkunstenaars als jong en onbekend talent is een van de belangrijkste kwaliteiten die van galerij Drieghe “een unicum in Vlaanderen” maken, dixit criticus Ludo Bekkers.

Het CKV bracht een bezoek aan het waardevolle archief van deze galerie. Het herbergt een schat aan boeiend materiaal, zoals correspondentie met beeldend kunstenaars en schrijvers, uitnodigingen, affiches, persknipsels, tal van foto’s van vernissages en evenementen, een gastenboek en publicaties vormgegeven en gedrukt door stichter Leo Drieghe (1921-1973). Na zijn overlijden ontfermde weduwe Mariette De Mol zich over het archief en de collectie kunstwerken. Nadien kwam de nalatenschap in handen van de familie waarbij na onderlinge afspraak de kleindochter Griet Drieghe het integrale archief onder haar hoede kreeg.

Enkele foto's uit het archief van Galerie Drieghe

Enkele foto's uit het archief van Galerie Drieghe

Griet Drieghe bewaart dit archiefmateriaal zorgvuldig en tracht het gaandeweg nader te ontsluiten. Vaak ontvangt de familie vragen tot inzage, het toont aldus volgens Griet Drieghe “dat het archief interessant is voor onderzoek naar hoe hedendaagse of moderne kunst(en) zich ontwikkeld, verspreid en getoond heeft in de jaren 1958 – 1985”. Daarnaast biedt het een unieke inkijk op het reilen en zeilen binnen een kunstgalerij, en geeft het inzicht in hoe een galerie functioneert binnen het maatschappelijk veld. Of in de woorden van Griet Drieghe ligt de waarde van het archief tevens in “hoe de galerij ook een maatschappelijk beeld geeft, zoals de omgang tussen mensen, hoe kunst een rol speelt in het sociale (be)leven”. Voorts “heeft het archief bij ons ook een emotionele waarde, het is voor mij, kunstliefhebbers en onderzoekers een kennismaking met mijn grootvader die ik nooit heb kunnen ontmoeten. Volgens mij een periode waarin pijn, verdriet, plezier, gedrevenheid, schoonheid, … aanwezig waren: kortom een periode van het volle leven.”

Het is een bijzonder voorbeeld van hoe een familie een wat vergeten stuk kunstgeschiedenis zorgzaam opnieuw aanwezig kan stellen.

Meer weten over het archief Drieghe? Neem contact op via ckv@muhka.be.

(JS)